Door een heftige sneeuwstorm rijden we met de nachtbus van Ulaanbaatar naar Mörön. We zijn onderweg naar de noordelijke hooglanden van Mongolië, grenzend aan Rusland, voor een ontmoeting met de Tsaatan. De inheemse rendier families die afgezonderd van de moderne wereld hoog in besneeuwde gebergten leven.
Khövsgöl National Park, taiga en deels Siberië. Het thuis van de laatste 44 Tsaatan families. Het nomaden bestaan van de families draait om hun rendieren. Wanneer het gras voor de rendieren vrijwel op is, trekken de families naar de volgende plek. Dit gebeurd zo’n vijf a tien keer per jaar, waardoor ze moeilijk te vinden zijn. Onze gids kent één van de families en brengt ons naar hen toe. Vanaf Mörön vertrekken we per jeep, maar zodra we de bergen naderen gaan we verder te paard. Door de oneindig fel geel gekleurde bomen, flikkert de herfst zon in ons gezicht. Over de besneeuwde paden brengen de paarden ons steeds hoger het gebergte in. Eind september is de beste tijd om de rendier families te bezoeken. Ze zijn iets makkelijker te vinden omdat ze in lager gelegen gebieden wonen. Tijdens de herfst is het daar koud genoeg voor de rendieren. We passeren jakken, wilde paarden en verlaten kampen, waar de nomaden naar toe verplaatsen in de winter. Wanneer we de steile gebergten beklimmen verliezen de paarden af en toe grip en rollen kleine steentjes de afgrond in. In de verte horen we iemand roepen, ‘Dat is Butmu, de Tsaatan, zo probeert hij de wolven op afstand te houden’, zegt Tumuru, onze gids. Het ruikt naar gestookt hout en in de verte zien we een rokende tipi met een kleine man ernaast.
Meet the Tsaatan
Nog verwonderd van de bijzondere tocht nemen we de omgeving in ons op. Vier paarden, een hond, prachtige bomen, in de verte een strak blauw meer, een blok hout met een hakbijl tegen de tipi aan leunend en een vriendelijk lachende man die ons verwelkomt tussen de besneeuwde bergtoppen. We bevinden ons aan het einde van de (bewoonde) wereld.
Het koelt snel af, we stappen de tipi in. Op de grond liggen jak huiden en in het midden staat een haard wat ook als kookstel dient. Rechts en links liggen stapels brandhout en er staat een grote ijzeren theepot. We nemen dicht tegen elkaar plaats en warmen ons aan een kom hete jak thee.
‘Gister nacht werd ik wakker van wolven die rondom de tipi liepen, ik was bang dat ze de rendieren zouden aanvallen. Gelukkig heb ik ze weg kunnen jagen.’
Batmu, de Tsaatan, woont het merendeel van het jaar alleen met zijn dertig rendieren. Zijn vrouw is bij de kinderen die naar school gaan in de stad. Tijdens sunset komen één voor één de rendieren naar beneden gelopen. De fluweel zachte vachtjes warmen mijn bijna bevroren handen op. Het lijkt wel alsof ik in een kerstfilm beland ben.
Terug in de tipi koken we een stoofpotje. Ondertussen gaat er een schaaltje vodka rond, iedereen moet ervan nippen. ‘Na drie rondes mag je pas nee zeggen’, zegt Tumuru. We doen graag een paar rondjes mee. Batmu vertelt openlijk over zijn bijzondere leven. Tumuru vertaalt voor ons.
‘Ik ben in een tipi geboren en blijf hier tot mijn dood. Ik hou niet van de stad, ik hou van jagen, de bergen en van mijn rendieren.’
Wanneer we hem vragen of hij zijn kinderen mist en zich eenzaam voelt, zien we een lach op zijn gezicht.
‘Mijn rendieren houden me gezelschap en mijn vrouw en kinderen komen af en toe langs.’
Ik dwaal even af terwijl ik de Tsataan bekijk. Hij heeft een lieve, warme uitstraling. Ondanks dat er wolven op de loer staan, voel ik me veilig bij hem. Ik voel me vereerd dat we zo gezellig om het vuur, in zijn tipi in the middle of nowhere met dertig rendieren om ons heen, met hem in gesprek zijn.
Batmu leeft van de jacht en bepaald aan de stand van de maan of het en goede dag is om te jagen.
‘Ik heb in totaal drie beren gedood. Eigenlijk is dat verboden in Mongolië. Maar de rijken in ulaanbaatar betalen veel geld voor een berenvel. Van dat geld betaal ik de studie van mijn kinderen.’
Overnachten in een tipi
Mijn lijf trilt van de kou. Snel trek ik mijn thermo legging en trekking broek omhoog. Rookwolkjes komen uit mijn mond. De nacht valt in, ik kan de contouren van de bergtoppen nog net onderscheiden van de donkere nachtlucht. Voorzichtig loop ik terug naar de tipi. Elke stap verplaats ik mijn gewicht gecontroleerd van mijn ene op mijn andere voet. Toen we ‘s middags met de paarden aankwamen zakten die hier tot hun knieën weg. Maar nu het pak sneeuw is opgevroren kom ik met droge sokken weer bij de tent aan.
We overnachten met zijn vijven op 2,5m2 rondom de haard. Geen bezoek van wolven deze nacht, en de tipi bleef rechtop staan. Nadat we afscheid nemen van Batmu lopen we met onze paarden terug richting het bos. Ik kijk nog één keer achterom, is dit echt? Vraag ik me af. Wanneer we van onze paarden afstappen kijk ik Iris blij aan: ‘We did it! We met the Tsaatan before they pass away.’
Wij boekten onze trip bij Ecovoyage Mongolie. Zij werkens samen met een aantal nomaden families in Mongolië waar je kunt verblijven. Je kun ook een Franstalige of Engelstalige tolk bij ze boeken. De Engelstalige website is binnenkort online.
Leave A Comment