De klok slaat 02:15 op het station van Irkutsk. Elk treinstation in Rusland houdt de tijd in Moskou aan. Lokaal is het 07:15 in de ochtend. Tussen de menigte in de stationshal, zien we twee bekende gezichten. Max en Dimitri, onze coupé genoten van het eerste deel van de treinreis. Ze komen rechtstreeks uit de bar gewandeld en zijn nog niet aanspreekbaar. Benieuwd met wie we deze keer de coupé delen, stappen we een tikkeltje zenuwachtig de Chinese trein in. Daar gaan we weer.

We arriveren bij coupé nummer vijf, er is nog niemand. Bij binnenkomst moet ik niezen. Het is snikheet, stoffig, de ramen zijn vuil en de bedjes voelen hard aan. We waren een Russische trein gewend, waarin onze coupé elke dag gestofzuigd werd. Na nog geen 15 minuten in onze coupé te zitten, staan we al in de startblokken met drie camera’s en een net aangeschafte selfie stick in onze handen. De trein rijdt weg, we hebben een privé coupé.

De thermometer op de gang geeft 28 graden aan, maar geen enkel raam kan open. Terwijl Iris zich inleest over Mongolië ga ik op zoek naar een raam dat open kan om uit te kunnen filmen. Waggelend van wagon naar wagon, vind ik alleen in het restaurant een bovenraampje wat open kan. We besluiten voorlopig daar te gaan zitten. Wanneer Iris het bovenraampje open duwt kijkt de barvrouw ons boos aan en begint te schreeuwen. Met gebarentaal proberen we duidelijk te maken dat we willen filmen. Ze beeld uit dat het veel te koud is en er zometeen veertig man komt eten. ‘Maar waar dan wel?’ vraagt Iris keer op keer. Russisch, Engels en Nederlands gaan over en weer. We worden het restaurant uit gestuurd. Teleurgesteld zitten we weer op onze bankjes in de coupé. Oploskoffietje dan maar? Met de ventilator aan staan we tegen het stoffige raam aan geplakt terwijl we door de lenzen van onze camera’s het uitzicht bewonderen. Na voornamelijk langs bossen te zijn gereden zien we nu ook kleine beekjes, smalle weggetjes, besneeuwde bergtoppen en tussen de fel geel gekleurde bomen door zien we het strak blauwe Baikal meer. Stilzitten is er niet bij in onze coupé.

Wanneer we op visite gaan in de wagon verderop ontmoeten we twee backpackers. Na ze te hebben geïnterviewd vertellen ze ons dat de ramen wel open kunnen. Je moet de hendel blijkbaar indrukken. Iris springt naar het raam en duwt hem zo naar beneden. ‘Bedankt voor het interview, maar wij moeten gaan, we moeten filmen’, zegt Iris. Binnen no time hangen we dolblij met onze camera’s uit het raam in ons eigen gangpad. Het duurt niet lang voordat onze coupé buren naast ons komen hangen. De gouden tip van de dag.

Van taiga naar steppe
Het langschap veranderd. De vruchtbare Taiga gaat langzaam over in de steppe. Het landschap oogt droger en de bomen zijn kaler. Oude auto’s en jeeps razen door diepe modderplassen. We passeren vuilnisbelten, hijskranen en dampende schoorstenen steken boven de sloppenwijken uit. Onze camera’s kunnen even weg.
Tijdens sunset rijden we weer door een prachtig heuvelachtig landschap en spotten we de eerste wilde paarden. De bijna volle maan komt van achter de bergen te voorschijn en weerspiegelt in de riviertjes die we passeren. Ik kan hier naar blijven kijken.

De grens oversteek Russia-Mongolia
Het is 21:00 in de avond wanneer we aankomen bij de grens. Wij drinken wijn uit onze theemokken terwijl er op de deur geklopt wordt. ”Paspoort” roept de vrouw in de deuropening terwijl ze met haar zaklamp door onze coupé schijnt. Mannen in uniform lopen met serieuze blikken door de gangen en gluren naar binnen. Wanneer ik mijn paspoort aan haar overhandig wenkt ze naar me dat ik in het gangpad moet gaan staan waar ze me van top tot teen bekijkt. Alles is in orde, we krijgen onze paspoorten terug. Een half uur laten moeten we ze weer afgeven bij de grens naar Mongolië. Onze hele coupé wordt onderzocht. Gelukkig zitten er geen Mongoolse handelaren in het ruim boven ons verstopt. We mogen onze coupé weer in maar onze paspoorten krijgen we pas een paar uur later terug.

Sunrise in Ulaanbaatar
Om 06:00 worden we gewekt met de boodschap dat we over 25 minuten aankomen op onze eindstop Ulaanbaatar, de hoofdstad van Mongolië. Vanuit ons bedje kijken we naar buiten. ‘Is dat een ger?’ vraagt Iris. Ik ben nog slaapdronken en zie vrij weinig zonder mijn lenzen in. Wanneer we aangekleed met onze backpacks ingepakt Ulaanbaatar binnen rijden, komt de zon net op. Een grote stad vol lichtjes omringd door bergen en yurts ( ger tenten). Gemiddeld is het hier -1,5 graden. In de winter kan het -40 graden worden. Na een zware nacht, stappen we met onze zware backpacks, mutsen op en sjaal om, uit de trein. De zon schijnt fel in ons gezicht. Het lijkt wel wintersport. Doodmoe, maar vol adrenaline kijken we elkaar blij aan. Wat hebben we hier naar uitgekeken, en nu zijn we er. Mongolië, 18 dagen lang, een heerlijk vooruitzicht.

Trans Mongolian Railway Mongolia

Trans Mongolian Railway Mongolia

Trans Mongolian Railway Mongolia

Trans Mongolian Railway Mongolia

Trans Mongolian Railway Mongolia

Trans Mongolian Railway Mongolia

Trans Mongolian Railway Mongolia

 

Trans Mongolian Railway Mongolia

Trans Mongolian Railway Mongolia

Trans Mongolian Railway Mongolia

Trans Mongolian Railway Mongolia

Trans Mongolian Railway Mongolia